Mijn zoon heeft de wildste fantasieën over zichzelf. Met carnaval in het vooruitzicht, kan hij daar eindelijk uiting aan geven. Hij zit eindeloos aan de keukentafel te surfen, van de ene naar de andere webshop. Hij wil eng en stoer zijn. Geen wandelende wortel of piraat maar angstaanjagend en onherkenbaar. Eigenlijk weet hij al heel lang wat hij wil: een morphsuit. Hij heeft dit pak weken geleden voor het eerst gezien tijdens het winkelen en sindsdien heeft het hem niet meer losgelaten. We gaan dus op pad, op zoek naar een stijlvolle outfit.
Bij de ingang van winkelcentrum de Lunet zit een zigeunerachtige man op een krukje trekharmonica te spelen. Hij lacht iedere bezoeker met zijn tandeloze mond toe. Voor de man ligt een oude pet met wat kleingeld erin. Als we langs hem lopen, kijk ik de andere kant op. De Lunet is het meest armoedige winkelcentrum dat onze stad rijk is. De roltrap brengt ons in een laag tempo naar de eerste verdieping. Ik kijk om me heen. Alles is oud en lelijk. Ik word overvallen door een triest gevoel. De winkels zijn allemaal prijsknallers en het winkelend publiek voldoet aan alle verwachtingen. Wij komen hier regelmatig. We gaan naar de eerste verdieping want daar zit de Greef; een gordijn- en interieurstoffenwinkel die aan het begin van het jaar wordt getransformeerd tot kostuumpaleis voor carnavalsvierders. Als ze het hier niet hebben, hebben ze het nergens.
Mijn zoon trekt hard aan mijn mouw en wijst. “Daar, mam! Daar is ‘ie!”. Hij wijst naar een etalagepop. De pop draagt een soort schaatspak. Maar dit schaatspak heeft een muts die het hele hoofd verbergt. Er is een handgeschreven briefje opgespeld: ‘Morphsuit. Door het pak heen eten en drinken mogelijk’. We bekijken het pak en lopen om de pop heen. Nergens een gaatje te bekennen. Het pak zit om het harde knokige plastic lijf van de pop gegoten. Dertig euro kost het. Veel geld voor een pakje. Ik zeg dat we nog even verder kijken. Carnavalsmuziek schalt door de winkel en het personeel rent op en neer om iedereen van dienst te zijn. Geroutineerd worden kostuums in transparante kledingzakken gestopt, die ik alleen van de stomerij ken. Bij de kassa staat een lange rij mensen die ongeduldig wachten tot ze mogen afrekenen. Zij zijn in ieder geval klaar. Klaar voor carnaval.
Mijn zoon wil toch echt het Morphsuit. We gaan op zoek naar een suit in zijn maat. De mevrouw van de kassa geeft er een in verpakking aan. Als we bij de paskamers aankomen veranderen de houding en blik van mijn zoon. Op venijnige toon geeft hij me te kennen dat het gordijn dichtgaat en dat mijn taak er tot nadere orders opzit. Toevallig ontmoet ik mezelf in de spiegel. Ik zie een rode kop die bevestigt wat ik voel: ik zweet me kapot in mijn winterjas. Ik doe een stap opzij voor een meisje dat zichzelf in een koket jurkje heeft geperst. Haar vriend bekijkt haar goedkeurend en vol bewondering. De keuze is gemaakt en hij haalt zichtbaar en opgelucht adem en zegt dat hij buiten op haar wacht.
“Mam, mam…” gesmoord klinkt de stem van mijn zoon door het gordijn. “Je moet me helpen.” Ik gluur door een kier van het gordijn en kijk in zijn onzekere gezichtje. Zijn smalle jongenslijf is in het pak gestoken en de rits die op zijn rug zit moet dicht. Omslachtig, zonder het gordijn verder te openen, trek ik de rits langs zijn ruggenwervel omhoog. Het pak omsluit zijn voeten, handen en lijf. Als finishing touch volgt nu de muts annex het masker. Hij trekt het over zijn gezicht en ik plak het klittenband op zijn achterhoofd tegen elkaar aan, terwijl ik zijn lange haren naar binnen prop. Bij het laatste stukje is mijn zoon verdwenen.
Tegenover me staat een soepele, glimmende en lenige schaduw die op mijn kind lijkt. De schaduw stapt tevreden de paskamer uit. Tevreden, dat zie ik aan zijn houding. De zwarte gestalte stapt naar de spiegel en maakt flitsende bewegingen waaruit ik kan opmaken dat hij zichzelf ziet en dus door de stof heen kan kijken. Een klein meisje dat door haar moeder in een aardbeienpakje is gestoken moet het ontgelden. Mijn zoon springt als een ninja voor haar neus op en neer en maakt daarbij moordlustige geluiden. Het meisje trekt een pruillip en zet het op een hollen.
“Ik neem hem!” roept hij enthousiast. Missie geslaagd. De held!
Thuisgekomen blijkt dat het pak stinkt. Maar het etiket zegt dat je het niet mag wassen. Mijn zoon vermant zich en het pak gaat weer aan. Nadat ik hem weer volledig ingepakt en opgeborgen heb, loopt hij kordaat naar de koelkast en schenkt een appelsapje in. ‘Morphsuit. Door het pak heen eten en drinken mogelijk’. Vol verwachting kijk ik van een afstandje naar hem. Hij zet het glas aan zijn bedekte lippen en ik zie hoe de okergele vloeistof een grote vlek vormt in de stof van het pak. Omdat hij zijn teleurstelling niet wil laten merken en omdat hij weet dat 30 eurietjes best veel is voor een pak waardoor je niet eens kan eten en drinken, zegt hij niets. “Hoe ga je straks plassen, met de optocht, op school?” vraag ik hem, nu ik ineens problemen voorzie met een pak waarin hij zit opgesloten. “Oh, ik vraag de juf wel, of ze even wil helpen.” De schaduw springt voor me en maakt een brullend geluid. Hij is dolgelukkig.
Wist je dat ik ook inspiratiesessies geef?
Bel me voor informatie en aanmelding
06 – 13 59 30 44
Lotty Rothuizen
Online Copywriter en Columnist
Lotty Rothuizen
Eigenaar van Schrijven en Schrappen, online copywriter, blogger en columnist. Lotty heeft haar vakkennis en creativiteit de afgelopen jaren gebruikt om omzet te maken voor haar opdrachtgevers. Geeft deze waardevolle kennis nu ook door.
Schrijft webteksten en blogs in opdracht. Geeft workshops, inspiratiesessies en persoonlijke schrijfcoaching.
06- 13 59 30 44 | [email protected]
BTW nummer: NL 137187750 B01 | KvK 20169938
Algemene Voorwaarden | rek.nr: NL55ABNA0831823070
Mijn zoon is een Morph | http://t.co/I5iBE7ls | blog