Met weemoed denk ik terug aan de we-zien-wel-waar-we-terecht-komen-vakanties. Tent achterin en rijden maar. Not anymore. Ik maak nu onderdeel uit van een zevenkoppig Samengesteld Gezin. De eerste vakanties samen traden we met gezonde naïviteit tegemoet. Iets van hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Vergeet het maar.

We probeerden van alles: kamperen in Zeeland, een afgelegen huis in de Ardennen en een huis met sauna en zwembad. Steeds was ik blij dat we het er zonder ernstig letsel vanaf brachten. Een geblutst ego en een mislukt stiefmoedergevoel niet meegeteld.

Lief en ik hebben voor elkaar gekozen. De kinderen zijn veroordeeld tot elkaar. Zo’n bij elkaar geraapt gezin heeft de eerste jaren dan ook meer weg van een oorlogsgebied. De ervaring heeft ons wijs gemaakt. Dit jaar doen we het anders. Dit jaar doen we het goed.

Deze zomer zijn we nog maar met z’n zessen. Dochter Negentien knijpt er met haar verkering tussenuit. Ze wil wel eens uitgerust terugkomen van vakantie. Dat scheelt er weer één.
Al in december buigen Lief en ik ons over de zomervakantie. We pakken De Lijst erbij. Hierop staan de wensen van iedereen. Democratisch samengesteld.

Ver weg. Als we maar gaan vliegen. Aan zee. Veel doen. Uitslapen. Weinig doen. Duiken. Schrijven. WiFi. Zwembad. Jongens. Laptop. Uitgaan. Snorkelen. Lezen. Elektriciteit. Alles behalve kamperen. Abseilen. Jetskiën… De lijst lijkt eindeloos en de opgave onmogelijk.
Om twee uur ’s nachts zitten we nóg zwetend voor de smeulende openhaard. Mijn ogen prikken van vermoeidheid. Ik voel een huwelijkscrisis naderen. Maar dan zie ik iets en ik stoot Lief aan. Dit is het: Zorbas Beach Island op Kreta!

Samen bekijken we de website waar het zonnetje vanaf spat. Een walhalla voor gezinnen. Excursies voor luie mensen en appartementen die slechts door het zwembad van de zee zijn gescheiden. Naadloos gaat het zwembadblauw over in het zilte nat. Ontbijt en dinerbuffet inbegrepen. ‘Voor elk wat wils’ staat er voor de duidelijkheid. Dát is wat wij willen!

Naadloos gaat het zwembadblauw over in het zilte nat.

Ligbedden en snorkelsets.
Moussaka en kroketten.
Ouzo en Magnums.
Zon en parasols.
Boogschieten, abseilen, jeepsafari….

Dezelfde avond hebben we geboekt. Dit wordt de Vakantie Van Ons Leven.

Zes maanden later worden we hartelijk ontvangen op Zorbas Beach Island. We herkennen alles van de website en het klopt allemaal. Alleen onze kamer is nog een verrassing. Als groot gezin krijgen we twee kleine appartementen naast elkaar toegewezen. Met elk drie bedden. Zonder aparte slaapkamers.

Lief en ik willen een appartementje voor onszelf. Daar denken de kinderen anders over: een van de kleintjes moet bij ons liggen, besluiten de puberdochters -voor de verandering- eensgezind.
‘We kunnen best één matras uit onze kamer bij jullie leggen,’ opper ik voorzichtig. Maar niemand is bereid om op de grond te slapen. Ik besluit wat minder tactisch te zijn: ‘Wij willen graag wat privacy,’ zeg ik nu vastberaden.
Hoongelach en walging vallen mij ten deel. ‘Gádver!’ roept mijn zoon. ‘Jullie gaan hier niet liggen batsen hè! Dan slaap ik wel bij jullie op de kamer om te zorgen dat dat niet gebeurt!’
Dochter Zestien is het met hem eens. ‘Het is maar voor twee weken. Doe niet zo stom. Je kunt toch wel even zònder?!’ Ze sluit haar woorden af met kotsgeluiden en beent met een onweersgezicht de kamer uit.
‘Echt niet!’ roep ik, ‘Het is ook ónze vakantie!’
We pakken de matras op en verhuizen het naar de kinderkamer. Onze eenpersoonsbedden schuiven we tegen elkaar. Klaar om te batsen.

‘s Avonds kruipen we moe maar voldaan onder de schoongewassen lakens. De harde bedranden vormen een grote spleet tussen de bedden. Niet romantisch. Het is te heet om samen op één bed te liggen. Maar in de kinderkamer is het stil.

Ons eerste ontbijt. We zitten met z’n zessen aan een lange houten tafel. Iedereen is nog moe. Het acclimatiseren is in volle gang. Gemopper en geklier. Iedere opmerking kan aanleiding zijn voor een beschuldiging. Ik stel me voor dat het zo in het bejaardentehuis gaat.

Het vakantiegeld brandt in de zakken van de kids. Dochter Dertien koopt een zevende en achtste bikini. Dochter Zestien koopt drie jurken. De jongens kopen laserlampjes waarmee ze vliegtuigen naar beneden kunnen halen. We beginnen te ontspannen. Tijd om naar het strand te gaan.

Uit mijn koffer haal ik een paar vergeelde bikini’s waarvan het elastiek zijn beste tijd wel heeft gehad. De topjes zijn ongedragen. Oorzaak: opgroeien in de tijd dat topless normaal was. Ik heb nooit meer aan topjes kunnen wennen. Ik probeer het nog aan de kinderen uit te leggen. ‘Toen ik zo oud was als jij, lagen we allemáál topless te zonnen. En niemand schoor zijn oksels of bikinilijn.’ Vol afkeer laten ze hun ogen rollen.

Toen ik zo oud was als jij, lagen we allemáál topless te zonnen. En niemand schoor zijn oksels of bikinilijn.

De kritische blik van puberende stiefdochters en de schaamte van mijn zoon, zorgen ervoor dat ik rekening met hen hou. Deze vakantie draag ik bikinitopjes. Ik moet wel. Op het strand valt me op dat de topjes om mij heen een ontwikkeling hebben doorgemaakt die mijn borsten hebben overgeslagen. Trots loopt Dochter Dertien met haar borst vooruit in haar nieuwe bikini. Dochter Zestien is van nature al goed bedeeld maar kan dankzij haar bikini de concurrentie met Pamela Anderson met gemak aan. Als ze wist wie dat was.

Alle dames om mij heen dragen hun borsten in strak vormgegeven zwembeha’s. Zelfs een stevig uitgedijde moeder. Met benen die hun beste tijd hebben gehad baant ze zich een weg door het mulle zand. Haar buik verraadt meerdere zwangerschappen. Een sportschool heeft ze nog nooit van binnen gezien. Haar bikinibroek zit strak tussen haar hammen geklemd. Maar haar pronte boezem loopt wel vóór haar uit. Ze zijn verpakt en gebeeldhouwd in zeeblauw lycra. De vormen zijn afkomstig uit een fabriek in China. Parmantig, jong en sexy.

Mijn vormloze topje verliest het bij de eerste golf van het geweld van de zee. Mijn borsten hebben vrij spel. Het topje hangt doelloos om mijn nek. Mijn zoon bedekt zijn ogen om het niet te hoeven zien.

Onder het motto ‘als de kinderen het naar hun zin hebben…’ wagen we ons de volgende dag in Water City: Europa ’s grootste waterpretpark. ‘Onze’ meiden hebben bekijks. Slank, lang, knap. Gillend glijden ze van de hoogste glijbanen. Gierend van het lachen komen ze terug als de lifeguard bovenin de toren Dochter Zestien bij zich wil houden. ‘Hij vindt mij the most beautiful girl!’

Dat moet Lief zien. Terwijl we samen de toren naar de Body Slide Syclone beklimmen roept hij: ‘Straks wil hij Lotty ook versieren!’ De meiden kijken tegelijk met dezelfde afkeurende blik in hun ogen achterom. Hij is ècht knettergek, denken ze.

De lifeguard gunt mij geen blik waardig en geeft me een harde zet zodat ik als een raket van de glijbaan word afgeschoten om vervolgens op mijn kop in een soort watercentrifuge te belanden. Proestend en naar adem happend kom ik boven. Mijn broekje op mijn enkels. Mijn topje achterstevoren en binnenstebuiten. Alleen Lief wil nog bij mij horen.

Bij de Black & Red Hole zegt de lifeguard dat deze baan niet geschikt is voor zwangere vrouwen. Ze wijst vriendelijk doch beslist op mijn buikje. Ik troost mezelf met de gedachte dat ik er dus nog jong genoeg uit zie om zwanger te zijn. Ik steek mijn tong uit en glij naar beneden.

Het is tijd voor een nieuwe bikini als ik niet langer als attractie wil worden gezien. In het toeristische kledingwinkeltje neem ik zoveel bikini’s mee naar het pashokje als mijn armen kunnen dragen. Lief wacht geduldig aan de andere kant van het gordijn. Vol verbazing pas ik de ene bikini na het andere. Cup D staat op het label. Chinese maten. In Nederland vul ik met moeite een cup B. Het geeft me een goed gevoel.

Die middag lig ik met mijn nieuwe strak vormgegeven borsten op het strand. Ik moet nog wennen aan mijn met strass-steentjes versierde voorgevel. Als ik op mijn rug lig blijft de vorm overeind. Ik ben de enige die zich hierover verbaast.

In de golven blijft mijn ballenbak goed op zijn plaats. Lachend spring ik op en neer. Zelfverzekerd stap ik over de loopplank naar mijn ligbed. Terwijl mijn lichaam opdroogt in de warme zon, blijven mijn borsten nat en koud. Het topje is een watermatras dat de rest van de dag niet meer opdroogt. Ik leg mijn Chinese boobies te drogen in het zand. Terwijl ik wegdommel in de zon droom ik van mannen in zwembroeken. Met voorgevormde bobbels. Grote, extra grote en mega grote bobbels. Opgevulde bobbels versierd met knopen, strikjes, strass en tetsen. Bobbels in alle kleuren van de regenboog.

Ik droom van mannen die wijdbeens lopen omdat de bobbel in hun broek normaal lopen onmogelijk maakt. Een strand vol Chinese bobbels in de maten L, XL en XXL.

 

CURSUS SCHRIJVEN VOOR HET WEB 2016