Ik zie ze al een tijd om me heen: 40-plussers die ineens gaan hardlopen. Mensen van middelbare leeftijd.

Van mijn leeftijd.

Soms in een oude joggingbroek maar meestal in een strakke niets verhullende outfit voorzien van reflecterende strepen, handige ritsjes en luchtdoorlatende oksels.

Ik heb gehoord over Belgische Evy. Een madam die je via een app met een hardloopschema door de ellende heen sleept. Ik stel me voor dat Evy een zwoele stem heeft die je opgewonden aanmoedigt naar een hoogtepunt.

Iedere ochtend als ik slenterend mijn hond uitlaat, komen de eerste hardlopers alweer terug. Rode wangen, bezweet en voldaan. Ze stralen en zien er gelukkig uit. Dat wil ik ook.

Ik raadpleeg Google en lees dat hardlopen heel veel voordelen heeft.

Je verbetert je conditie, valt er van af en het kan Alzheimer afremmen. Dankzij de fenyletylamine die toeneemt tijdens het hardlopen, nemen depressies af en de endorfine die het lichaam tijdens het hardlopen aanmaakt werkt als een lichaamseigen drug en kan een runners high veroorzaken.

Runners high. Het klinkt spannend. Het klinkt sexy. Dat wil ik ook. Ik lees verder.

Runners high. Het klinkt spannend. Het klinkt sexy. Dat wil ik ook. 

Hardlopen is goedkoop. Hardlopen kan overal. De juiste schoenen zijn van levensbelang. Dat zijn al drie overeenkomsten tussen seks en hardlopen. ’s Avonds lispel ik wat in Liefs oor over de vergelijking tussen hardlopen en seks. Ik fluister wat over dopamine, endorfine, vasopressine en oxytocine en eindig mijn verhaal met de runners high.

De volgende dag staan we in Runnersworld om loopschoenen te passen. Schoenen met voldoende vering, ventilatie en een goed voetbed. Het is een teleurstellende ervaring. Hardloopschoenen zijn lelijk. Ze zijn breed, lijken op eendenvoetjes en de fluorescerende delen overheersen de neutrale basis van de schoen. ‘Heeft u ze ook in zwart?’, probeer ik nog. Maar een blik op de schappen aan de wand zegt genoeg. Het antwoord is nee.

We verlaten de winkel met ieder een paar hardloopschoenen. Twee paar speciale hardloopsokken die het vocht beter afvoeren en die een beschermende buffer vormen tegen het schuren. Ze zijn hiel- en teenbeschermend en voorzien van een links- en rechtsmerkteken. Naadloos uiteraard.

Als extraatje koopt Lief er meteen twee sportarmbanden bij waarin we onze iPhones door weer en wind om onze arm kunnen dragen. Van Runnersworld krijgen we een T-shirt cadeau. Een fluorescerend groen shirtje van luchtdoorlatend lycra. Op de borst staat Bredase Singelloop 2011. Net echt.

‘Nog een broekje of jasje?’, vraagt de verkoper. Nee, we laten het hier even bij. Eerst maar eens gaan lopen. Drie keer in de week, komen we overeen. We leggen onze agenda’s naast elkaar om een geschikt tijdstip te vinden waarop we allebei altijd kunnen. Dat is ’s morgens om half 7.

Slik.

Ik denk aan de runners high. Aan de dopamine, endorfine, vasopressine en oxytocine. Aan de gelukzalige uitdrukking die ik straks op mijn gezicht heb. Half 7 it is.

Lief gebruikt zijn analytisch inzicht om uit alle hardloop-apps de meest geschikte te kiezen. C25K wint het van Evy.

De volgende ochtend gaat de wekker om kwart over 6. Het is nog donker als ik op zoek ga naar een oude legging. Met het felgroene shirt en mijn blitse schoenen erbij zie ik er uit als een echte hardloopster. Lief loopt me tegemoet in hetzelfde Singelloopshirt en een loei strakke glanzende legging. Even denk ik dat hij deze van zijn dochter heeft geleend maar nu zie ik dat het een échte is. Een echte sportbroek die spant om zijn strakke billen. Hij wel.

We stellen de app in. Na 5 minuten stevig lopen en wat rekken mogen we gaan rennen. De schoenen veren fantastisch en ik vraag me af waarom we niet allemaal altijd op zulke heerlijke schoenen lopen. Na 60 seconden hardlopen snerpt de Amerikaanse hardloopjuf  ‘start walking’ in mijn oor. De eerste minuut zit erop. Ik ben nu al trots. Ik sjor mijn afgezakte legging omhoog en blijf dat de hele run doen.

Na een half uur lopen we het laatste stuk naar huis. We hijgen. We zijn moe. We zijn voldaan. We zijn super tevreden over ons zelf. Ik voel dat de hormonen zijn wakker geschud. Het begin van een runners high.

Drie keer in de week gaat de wekker om kwart over 6. Ik vind het lekker. Ik voel me fit en blij. Iedere week wordt het schema opgeschroefd en gaan we een stapje verder. In week 3 loopt Lief me voorbij.

Terwijl ik met één hand probeer mijn oude legging op zijn plaats te houden, kijk ik met een schuin oog op de iPhone aan mijn arm. Hoe lang nog? De 15 seconden die volgen duren een eeuwigheid. ‘Kom op, waar blijf je nou?’, roept Lief die alweer 100 meter voor me loopt. Lóóp jij nou maar, denk ik. Maar Lief laat me niet alleen.

Als stimulans blijft hij voortaan naast mij lopen. Terwijl hij loopt als een hazewind met verende tred, lijkt het hardlopen niets met zijn ademhaling te doen. Lopen en praten doet hij moeiteloos tegelijkertijd. Naast hem loop ik, nee, stámp ik moedig door. Ik hoor hoe mijn voeten steeds met een harde klap op het asfalt terechtkomen, mijn bloed suist in mijn oren, er hangt een druppel aan mijn neus. De luttele seconden dat we mogen wandelen heb ik nodig om mijn ademhaling onder controle te krijgen tot het sein ‘you can run now’ door de hardloopjuf wordt gegeven. Ik zie mensen naar ons kijken: de hazewind en het nijlpaard. Klap, klap, klap, daar kom ik aan.

In week 4 krijg ik last van mijn knie. Het komt als een geschenk uit de hemel. Ik heb een runnersknee, zeg ik serieus tegen Lief. Ik moet het rustig aan doen. ‘Wat jammer dat ik niet met je mee kan’ zeg ik.

De volgend ochtend draai ik me nog eens lekker om in mijn warme bedje als hij eruit gaat. Volgende week ga ik weer, zeg ik tegen mezelf. Maar de week erna heb ik nog steeds last van mijn knie. De week daarna ook. Na een half jaar heb ik niet alleen last van mijn knie maar ook erge pijn in mijn onderrug. De overeenkomst met seks is plots ver te zoeken.

Dan komt het moment dat Lief met een big smile op zijn gezicht terugkomt van het hardlopen. Rode wangen, bezweet en voldaan. Hij straalt en zien er gelukkig uit. Hij is in een euforische roes. Als hij even later onder de douche stapt zie ik dat hij is afgevallen. Hij ziet er sexy uit. Hij wel.

Ik geef Lief een handdoek en zie aan zijn gezicht dat hij nog steeds op zijn toppen zit. ‘Je weet dat dopamine, endorfine, vasopressine en oxytocine óók vrijkomen na heftige seks…?’ vraag ik hem hoopvol. ‘Nu even niet schat. Dit is beter dan seks!’ zegt hij terwijl hij naar zijn zelfvoldane blik in de spiegel kijkt.

Een uur later heb ik een afspraak gemaakt bij de fysio. Ik wil geen runnersknee. Ik wil óók een runners high.

 

 

 

CURSUS SCHRIJVEN VOOR HET WEB 2016