‘De werkelijkheid is altijd neutraal,’ zegt onze coach en ze kijkt ons om de beurt aan. ‘Wij geven betekenis aan gebeurtenissen met onze gedachten en gevoelens. Maar de werkelijkheid is altijd neutraal. Bovendien kun je aan situaties die gebeurd zijn niets meer veranderen. Je kunt boos worden, op je kop gaan staan… maar je verandert er niets aan.’

Na een sessie van een uur stappen we lachend en opgelucht naar buiten. Gewapend met inzichten van onze coach, gaan we ons Amerika-avontuur aan. We gaan met onze drie pubers de oudste opzoeken en met z’n zessen naar New York en ik ben de afgelopen weken al een paar keer zwetend wakker geworden. De verschillen die er zijn tussen m’n lief en mij, worden tijdens vakanties uitvergroot, er leek  geen ontkomen aan. Maar nu weten we wat we kunnen doen. Wat wij nodig hebben is een codewoord op het moment dat we onze ‘dans’ herkennen, het moment waarop we de fout ingaan.
‘Neutraal. Ons codewoord wordt neutraal,’ zegt mijn lief. Hij belooft dat het een ontspannen vakantie gaat worden. Ontspannen, ik kan het haast niet geloven, maar ik weet ik dat hij een man is die woord houdt.

Een grote koffer en het kleine handbagagekoffertje liggen op de grond in de woonkamer. Ik weet niet hoe vaak ik de koffers al in- en uitgepakt heb maar het gewicht blijft way too high volgens de bagageweegschaal. Ik haal ik er nog maar een trui, een jeans en twee t-shirts uit. Ik kijk naar wat er overblijft: twee broeken, drie T-shirt, twee hoodies en drop, stroopwafels en rookworst voor onze gastfamilie. Ik prop de sjaals en extra handschoenen in mijn handbagage, rits de vederlichte koffer dicht en weeg opnieuw: 32 kilo. Ik mag niet meer dan 23 meenemen.

Normaal – als we naar de zon vliegen – gaan er stapels handdoeken, bikini’s en flessen zonnebrandcreme mee en gaat mijn koffer met moeite dicht. Nu gaan we naar Amerika waar het -10 graden is, en ik kan niks meenemen? Ik vertrouw het bagageweegschaaltje niet en haal de personenweegschaal erbij. Ik moet eerst mezelf zonder bagage wegen. Damn. Nu met koffer. Nog geen tien kilo erbij. Dan valt er een kwartje.

Ik kijk op het kleine display van de weegschaal. Naast het gewicht zie ik een klein vlekje, het vlekje waar kg moet staan. Leesbril zoeken, licht erbij: lbs. Ik druk een paar keer op de ‘func-knop’ en de verschillende functies passeren de revu. Een multifunctioneel apparaat waarmee je kilo’s, libra’s, Celsius en Fahrenheit meet. Ik prop de koffers nu weer vol en blijk in kilo’s ver onder het toegestane gewicht te zitten

Terwijl ik op de grond zit tussen de reisatributen, komt mijn zoon binnen met in zijn kielzog nog vier pubers.
‘Ze komen me helpen met inpakken,’ zegt hij terwijl hij snel de situatie opneemt. Volgens mij zie ik naast de gebruikelijke puber-minachting ook leedvermaak op zijn gezicht.
De jongens dag-mevrouwen vanuit de gang en lachen hun jongenslach. Helpen met inpakken, met vijf man? En dan wil hij vanavond zeker nog de hort op en wakker blijven tot drie uur totdat we worden opgehaald door het taxibusje. De jongens stampen met veel kabaal de trap op naar boven. BAM. Zijn deur is dicht. Doef-doef-doef. De muziek gaat aan, de basbox op max.

Neutraal! Neutraal, de werkelijkheid is neutraal. Het effect van de neutrale werkelijkheid gaat veel verder dan loslaten of zennnn roepen en je opgefokt blijven voelen. Neutraal doet iets met me. Neutraal betekent dat ik er niets mee hoef, dat ik niet overal invloed op hoef uit te oefenen.

Ik klop op zijn deur en kijk even om het hoekje. Precies het tafereel dat ik verwachtte. Drie gasten liggen met hun jassen aan in mijn zoons bed, een zit achter het stuur van de X-box en mijn zoon zit op de wc. De koffer staat geopend in het midden van de kamer. Er zit zelfs al iets in.
Als zijn vrienden zijn vertrokken, vraagt mijn zoon voorzichtig of zijn vrienden vanavond tot vertrek mogen komen chillen. ‘Nee zeker?’, zegt hij er zelf al achter aan. ‘Wil je dan wel nog even met mij mijn koffer controleren?’
We tellen, sokken, t-shirts en boxershorts. Met pijn en moeite weet ik hem te overtuigen dat de snowboots ook mee moeten en dat zijn sneakers wel cool zijn maar ook koud als het sneeuwt. Met een zucht gooit hij ze in zijn koffer. ‘Kan ik nou gaan?’

Om half tien lig ik in mijn bed en hoop zo nog een rondje slaap mee te pakken voor vertrek. De zoon is de deur uit en ik laat het los. Vlak voor ik in slaap val, vraag ik me nog af wat ik moet doen als hij niet op tijd terug is. Maar blijkbaar maak ik me geen ernstige zorgen want ik word wakker als mijn wekker gaat. Zoon komt net onder de douche vandaan, niet geslapen maar wel fris. Totaal ontspannen kruipt hij nog even met zijn phone onder de dekens om te chillen tot we moeten gaan.

‘Zet nou alles klaar beneden, heb je je oplader, wat gaat er mee in je handbagage..?’ Ik vang zijn blik op en durf niks meer te zeggen. Neutraal, zennn en loslaten gaan hand in hand met mij naar beneden. Daar check ik mijn spullen, oplader en handbagage. Als we nog maar vijf minuten hebben, word ik onrustig en roep hem naar beneden. Ik zet nog een laatste vaatwasser met drie kopjes aan, gooi nog een keer chloor in het toilet en snauw dat hij op moet schieten.

Tergend langzaam strikt hij zijn veters, pakt zijn rugzak en haalt daar eerst een, dan twee en uiteindelijk vijf zakjes platgedrukte boterhammen uit. Ik herken de boterham met eiersalade van drie dagen geleden aan de geur en kijk hem aan.
‘Ja, wat?’ Hij kijkt me uitdagend aan.
‘Ja, wat?’
‘Waar moet ik dit laten?
‘Hoezo, waar moet ik dit laten?’
In een nanoseconde voel ik waar dit heen gaat. Sinds we al ons afval moeten scheiden, controleer ik of hij dit ook doet. Al een paar keer heb ik hem blikjes uit de gft-container laten halen. Hij houdt niet van moeilijk gedoe. Ik kijk op de klok en beslis. ‘Nou, gooi maar ergens in, we moeten nu echt weg.’
Ik kijk niet meer wat hij doet en snel vergeef ik mezelf deze laffe actie.
Ik draai de voordeursleutel om en we lopen samen de donkere nacht in, richting het huis van mijn lief waar de Schipholtaxi ons bij elkaar geraapte gezin ophaalt.

‘Wacht!’ Ik voel in mijn zakken. ‘Mijn telefoon…’ Naarstig loop ik zakken en schoudertas na. ‘Ik denk dat hij op het aanrecht ligt.’
‘Ik loop wel vast,’ zucht de zoon verveeld, ‘als de taxi komt, zeg ik wel dat jij nog niet klaar bent.’
Ik voel me stom maar bedenk net op tijd dat de werkelijkheid neutraal is. Op hetzelfde moment voel ik mijn telefoon in mijn binnenzak. Ik draai me om. America, Here I come!

workshop creatief schrijven woensdag 17 januari

 werken, brainstormen, lopen en schrijven

LOTTY ROTHUIZEN

Online Copywriter en Columnist

LottyLotty heeft haar vakkennis en creativiteit de afgelopen jaren gebruikt om omzet te maken voor haar opdrachtgevers.

Nu geeft ze deze waardevolle kennis graag door aan schrijvende ondernemers en ondernemende schrijvers. Je leert luisteren, kijken en denken als een copywriter.

Met oog voor nuance en gevoel voor humor. Theorie gaat leven in opdrachten die direct toe te passen zijn in de praktijk.