Mijn zus doet de voordeur open en de warmte valt als een deken over me heen. De houtkachel. Mijn zus. Haar vrouw. Hun dochters. Dit is thuiskomen.
In no time zitten we met een glas rode wijn op de bank, rond de kachel. Een poes op schoot. Ik kijk rond. Het is iedere keer weer een verrassing welk deel van het huis nu weer is gestuct, betegeld of dichtgetimmerd. Stik jaloers ben ik op hun voormalige biljartcentrum in de leukste buurt van Haarlem. Een zee van ruimte, architectonisch uniek en een praktijk aan huis.
Mijn zus en haar vrouw zijn door de week een hardwerkende orthomoleculair therapeut en een communicatie adviseur. In hun vrije tijd klussen ze er als twee volleerde bouwvakkers op los. De ornamenten bij de voordeur, de ingebouwde kasten tussen slaap- en badkamer, het kantoor… alles is onder hun handen ontstaan.
‘Kijk maar even boven,’ zegt mijn zus. Ik loop de steile trap op, die tot mijn genoegen nog niet klaar is. Bovenaan de trap, baan ik me een weg door het wasgoed dat aan de lijn hangt te drogen. Ik heb lekker wel een wasdroger, denk ik. Ik werp een blik op de slaapkamers van de meiden en loop dan door naar de plaats waar de vorige keer een rommelhok was. Er zit nu een deur in en mijn vermoeden klopt. Achter deze deur zit de badkamer. Een nieuwe, schone, mooie meisjesbadkamer. Met glanzende tegels, roze muren, zwarte vloer. Een ligbad, toilet en douche. Tientallen geurende potjes, tubes en flesjes. En bloeiende orchideeën in pot.
Ik denk aan mijn eigen badkamer thuis. En mijn keuken. De wc. Mijn hele huurhuis. Maar ineens schiet me te binnen dat ik ook iets nieuws heb. Ik haast me naar beneden en nestel me weer op de bank.
‘Mooi hoor. Echt heel mooi,’ zeg ik. Ik geef ze geen gelegenheid om te vertellen hoe ze wat en wanneer hebben gedaan. Ik ben ze voor.
‘Ik heb nieuwe slaapkamerramen gekregen op zolder. Bij de dakkapellen.’
‘Eindelijk,’ zegt W. ‘Daar heb je lang op moeten wachten. Dubbelglas?’
‘Ja, dubbelglas en kunststof. Heel mooi.’ Ik wacht heel even en dan rollen de zorgvuldig gekozen woorden langzaam uit mijn mond: ‘Allemaal gratis hè, wordt zo voor je geregeld. Dat is het voordeel van een huurhuis.’
W. is oprecht blij voor me. ‘Wat fijn zeg en dat scheelt vast ook in je stookkosten. Passen je gordijnen nog goed?’
Ik vertel dat de gordijnen nog prima passen. ‘Wat ik wel heel raar vind, is dat de ramen naar binnen toe open gaan. Dat is niet alleen heel onhandig met de gordijnen maar ik heb ook al een paar keer flink mijn hoofd gestoten.’
‘Zijn het keep dry ramen?’
‘Keep dry? Geen idee.’ Hier moet ik even over denken, zoveel technische kennis heb ik niet. Maar het klopt, bedenk ik me nu. De ramen blijven natuurlijk droog als ze openstaan.
‘Toch raar,’ zeg ik, ‘die kunststofkozijnen kunnen toch goed tegen de regen?’
‘Wat vind je dan zo raar?’ W. gooit nog wat hout op het vuur. ‘Ik neem aan dat je ze meestal op keep zet, als je gaat slapen? Dan kan het gordijn toch dicht.’
Dan maakt ze een beweging met haar hand in de lucht waarmee ze een denkbeeldig raam open doet. Als in slow motion vouwt haar hand zich om de klink. Ze draait een kwartslag. ‘Draai.’ Het is bijna tastbaar nu. ‘En kiep.’ Met haar handen gebaart ze dat het raam aan de bovenkant open kiept.
Kiep-draai.
Het bloed stijgt naar mijn wangen als ik eindelijk begrijp waar ze het over heeft. ‘Heel handig, die kiep-draairamen,’ zeg ik. ‘En gratis. Had ik dat al gezegd?’
Ik hield het weer niet droog! Wat een hilarisch blog. Dankjewel voor een fantastisch begin van het weekend!
Hahaha!
Die gevoelens en zussen – heeft iedereen die nou, of zijn jij en ik de enigen?
Haha hilarisch! En ja herkenbaar Kitty, als jongste onderkruipsel moet ik altijd ‘opboksen’ tegen de goed-voor-elkaar-huizen van mijn zussen.. 😉
😀 Geweldig Lot! En ik maar ongeduldig wachten op DE ultieme tip om míjn ramen schoon en droog te kunnen houden…
heerlijk, zo herkenbaar!
‘Zijn het keep dry ramen?’, ‘Keep dry? Geen idee.’ – http://t.co/279qn4FHSM
Heerlijke blogs van Lotty RT @LieveLotty: ‘Zijn het keep dry ramen?’, ‘Keep dry? Geen idee.’ – http://t.co/IaNzcZkGYu