‘Ik weet wel een oplossing. Geef haar gewoon een spuitje.’

Ik kijk naar de bruine ogen van Lief, die geen spier vertrekt. Ik ben net thuisgekomen na de crematie van mijn vader gisteren. Een prachtig afscheid. Verdriet, liefde en verbondenheid kwamen samen en de saamhorigheid van de familie en vrienden hebben me een sterk gevoel gegeven.

Als enige blijf ik die nacht bij mijn moeder. ‘s Avonds is het aangenaam stil in huis. De lamp boven de stoel van mijn vader brandt, zoals altijd. We doen ieder ons eigen ding. Zij rommelt wat en leest de krant, ik zit met mijn laptop op schoot.

Als ik ’s morgens met stijve spieren wakker word in mijn oude kinderbed, ben ik blij dat ik mijn hardloopspullen heb meegenomen. In alle vroegte rijd ik naar de IJssel en loop over de IJsselkade van de spoorbrug naar de Wilhelminabrug en weer terug. Ik word overvallen door een groot gevoel van dankbaarheid. Een intens gevoel, dat ik nog niet ken. Ik probeer er woorden aan te geven terwijl ik de ochtendlucht diep in mijn longen zuig. Ik vind ze niet.

Na de lunch geef ik mijn moeder een knuffel en ik beloof dat ik snel weer kom. Nog twee uur rijden, dan ben ik thuis. Bij Lief, bij mijn zoon en bij mijn hond. Het is fijn om in de tijdsbrug van Deventer naar Breda, mijn gedachten op een rijtje te kunnen zetten en mijn emoties te voelen van een intensieve week.

Ik gooi mijn spullen thuis in de gang en loop meteen naar het huis van Lief, een paar straten verderop. Mijn hond is blij me te zien, kwispelt en gaat hijgend naast me zitten. ‘Goh, dat was echt heel fijn, om zo weg te kunnen gaan en zoon en hond aan jou over te laten. Ik realiseerde me dat ik dit al járen niet heb kunnen doen. Het voelde gisteravond gewoon even als uitrusten. Geen rekening houden met huiswerk of uitlaten. Ik denk dat ik het, de volgende keer als ik naar mijn moeder ga, wéér zo doe.’’

Goh, dat was echt heel fijn, om zo weg te kunnen gaan en zoon en hond aan jou over te laten.

Ik zie hoe het gezicht van Lief betrekt. ‘Hier is anders niemand die vrolijk wordt van jouw hond hoor. Ik krijg ook klachten van de kinderen. Dat ze stinkt. Ze stinkt naar natte hond. Ze stinkt uit haar bek.’

Ik baal. Het is waar. Maar wat doe ik er tegen? Ik kijk naar de grauwe vacht en ik weet dat ze best wel weer eens in bad kan. Ik zucht. So little time.

Jouw zoon loopt al helemaal te zuchten en te zeuren als hij aan de beurt is om haar uit te laten. Er is ook gewoon niks meer aan. Het beest is niet vooruit te branden. Ze ligt daar maar te stinken. En dan heb ik het niet eens over die scheten die ze laat.’

‘Oké,’ zeg ik beledigd en gekwetst, ‘dan zoek ik wel een andere oplossing de volgende keer.’

‘Daar gáát het niet om. We doen het niet met plezier, maar we doen het voor jou. En ik wil je alleen maar laten inzien dat er een simpele oplossing is. Jij loopt zelf de laatste maanden ook alleen maar te klagen dat je het zwaar vindt om die hond vier keer per dag uit te laten. Je hebt er alleen maar last van. Je kunt niet zomaar een dagje weg of naar de sauna, je moet altijd iets regelen voor dat beest.’

Ik slik. Dit is het cruciale punt in ons gesprek waarop alles wat hij nog toevoegt, alleen maar pijn doet. En hij gaat nog even door.

Iedereen heeft er last van. Ze schijt buiten langs het fietspad, ze bedelt als je iets in de keuken klaarmaakt…’

Lief kijkt me nog steeds onbewogen aan. Het is waar. Ze is vijftien en heeft haar beste tijd gehad. Maar ik ga haar toch geen spuitje geven? Dat kan ik niet, dat wil ik niet, dat doe ik niet. Ik hou ook van haar.

‘Jij hebt zo’n idee van ‘tot de dood ons scheidt’. Het enige dat ik wil, is jou laten inzien dat dit niet nodig is. En dat is een keuze.’

Ik heb een brok in mijn keel. Ik voel me onbegrepen. Ik vind Lief gevoelloos en lomp. En het ergste is, dat hij mijn boodschap heeft gemist. Ik wilde hem bedanken, omdat hij voor mijn kind en mijn hond heeft gezorgd. Dat ik even wat verantwoordelijkheid kon afstaan en dat ik heb genoten van die vrijheid.

Die avond doe ik mijn hond in bad. Eén dag stinkt ze extra erg naar natte hond. De dag erna ruikt ze fris, is haar vacht zacht als die van een puppy en steek ik mijn neus in haar nek om te knuffelen. Op dag drie stinkt ze alweer. Maar ze kwispelt wel, gaat graag mee naar buiten en eet goed.

 

CURSUS SCHRIJVEN VOOR HET WEB 2016