De meeste mensen dromen van een huis met veel ruimte. Mijn lief heeft zo’n huis. Ruimte is een relatief begrip want als alle kinderen thuis zijn én hun verkering meenemen, is het bij hem gezellig druk. Toch heeft hij te veel ruimte.
De ruime twee-onder-een-kapwoning heeft naast keuken met kookeiland, eetkamer, woonkamer met openhaard en aparte tv-kamer nóg een voorkamer waar ooit werd gespeeld toen de kids klein waren. Het is een stoffige hoek geworden met Playmobil, Lego, autootjes en uit elkaar getrokken Actionmannen in zakken en dozen weggestopt. Opruimen en weggooien is niet zijn sterkste kant. Bovendien moet eerst de hele familie toestemming geven wat en óf er iets weg mag. ‘Gedoe’, zie ik Lief denken als hij naar de puinhoop kijkt. ‘Naar het rommelhok verplaatsen gaat ook niet want daar staat het al tot het plafond opgestapeld.’
Toch moet deze voorkamer een zinvolle bestemming krijgen. Lief koopt impulsief een tweedehands drumstel en weet ook al welk nummer hij wil gaan drummen, vertelt hij enthousiast. ‘Een lang gekoesterde droom’, zegt hij blij. Jij vertelt me nooit iets, denk ik.
Met rode ogen en een snotneus van het stof begint hij het speelgoed op te stapelen en nog verder in de hoek te duwen om het drumstel alle ruimte te geven. Het ziet er professioneel en stoer uit en als hij achter de trommels gaat zitten op het lage krukje, heb ik ineens een andere man. Hij begint eerst zachtjes en dan steeds harder te meppen op de trommels en het bekken.
Onze jongens komen op het kabaal af en met glimmende ogen vragen ze of ze ook een keer mogen. Maar lief is nog niet klaar. Het klinkt verschrikkelijk. Er is geen ritme in te ontdekken, het is hard. Keihard. Het zweet staat op zijn voorhoofd. ‘Best moeilijk nog’, is zijn conclusie.
Hij overhandigt de stokjes aan zijn zoon, die meteen net zo hard als zijn vader begint te slaan. Boven de herrie uit, horen we nog net de deurbel en het geschreeuw van de bejaarde buurvrouw.
Even later staan we met de hele familie in de gang bij de voordeur naar de buurvrouw te luisteren én te kijken. Ze is in alle staten, tranen rollen over haar wangen, haar gezicht en nek zijn bedekt met rode vlekken. Stampvoetend en met gebalde vuisten roept ze het uit: ‘Eerst al die kinderen en nu dit nog. Wij krijgen nooit rust!’ We moeten moeite doen om ons lachen in te houden.
Nog altijd staat het drumstel naast al het opgestapelde speelgoed. Onder een dikke laag stof. Niemand heeft er last van. Er is te veel ruimte in huis.
Deze column is geschreven in opdracht van Piet Klerkx. Wil jij ook een column die speciaal voor jouw bedrijf wordt geschreven? Er zijn meer (betaalbare) mogelijkheden dan je denkt.
Neem contact op en ik vertel je er alles over.
Download gratis het Piet Klerkx Lounge e-book met 13 herkenbare verhalen.