Een lange zomervakantie is goed om de liefde tot ongekende hoogtes op te laten bloeien. Maar het blijkt een aanslag te zijn op onze relatie. Eenmaal thuis gekomen sluit ik de deuren van mijn huis hermetisch af. Thuis. Alléén. Lekker!

’s Avonds in bed voel ik me minder stoer. Wat is er met ons gebeurd, vraag ik me af, terwijl ik lig te woelen tot diep in de nacht. Na vier heftig verliefde jaren beginnen de eerste barstjes in onze wanna-have-relatie te komen. Tot voor kort wuifden we onze karakterverschillen vrolijk weg. Opposites attract. Wij zijn er het levend voorbeeld van.

Tijdens onze eerste ontmoetingen liep hij strak in pak, ik in joggingbroek met hoge hakken. Hij nam me mee naar het theater, ik sleepte hem naar een dancefeest. Zijn kledingkast zag eruit als een etalage van de Bijenkorf, de mijne leek op de kringloopwinkel. So far so good.

Maar de verschillen beginnen de laatste tijd steeds vaker op een vervelende manier de kop op te steken. De verschillen zijn geen verschillen meer. De verschillen worden ineens tekortkomingen.

Als ik de vaatwasser van Lief net heb ingeruimd, haalt hij alle vuile borden er weer uit om ze systematisch opnieuw in de machine te zetten. Met een wijds gebaar wijst hij naar de ruimte die overblijft als hij klaar is. Zie je nou wel, wil hij zeggen. Doe het dan voortaan lekker zelf, denk ik.

Zie je nou wel, wil hij zeggen. Doe het dan voortaan lekker zelf, denk ik.

Hij is praktisch en georganiseerd. Ik gebruik mijn intuïtie en mijn buikgevoel. Hij probeert me met argumenten te overtuigen, ik begrijp niet dat hij dingen niet aanvoelt. Hij wil weten waar hij aan toe is, ik hou van verrassingen. Hij doet dingen volgens de regeltjes, ik kleur graag buiten de lijntjes. Als hij eerlijk zijn mening geeft, vind ik hem onbeschoft en hard. Vrouwen die hun emoties uitbundig tonen ervaart hij als drama queens .

Als we een aanvaring hebben gehad, duiken we meestal snel het bed in waar we de verschillen van een andere kant bekijken. Seks, hét bindmiddel in de liefde. Werkt altijd. Tot voor kort.

Lief maakte een vergissing. Een Grote Vergissing. Hij bemoeide zich met de opvoeding. Met mijn invulling van de opvoeding. Mijn omgang met mijn enige zoon is op zijn zachtst gezegd iets anders dan die van hem met zijn vier bloedjes. Zijn kinderen kun je met een gerust hart bij de Koning aan tafel laten aanschuiven. Mijn zoon moet ik steeds vertellen dat hij voor het eten naar de wc moet gaan én daarna zijn handen moet wassen. Zijn kinderen eten alles. Mijn zoon eet alles niet.
Hij wil zijn kinderen zo snel mogelijk zelfstandig de wereld in sturen en neemt deze taak uiterst serieus. Ik wil zo veel mogelijk genieten van de jaren dat mijn zoon nog kind is.

Goedbedoelde adviezen komen aan als keiharde kritiek. Mijn houding verandert in een kom-je-aan-mijn-kind-dan-kom-je-aan-mij-houding. Niet sexy. Het begin van het eind. Ongemerkt heeft zich een kilte tussen ons genesteld die voor verwijdering zorgt.

‘Ik moet met je praten,’ zeg ik op een avond, ‘over ons.’ Het is eruit en ik kan niet meer terug.
‘Hoe ernstig is het? Maak je het uit?’
Verbaasd kijk ik naar zijn geschrokken gezicht en realiseer me dat hij nu al de uitkomst wil weten terwijl ik nog uren met hem wil praten om onze relatie te analyseren. ‘Vandaag nog niet’, antwoord ik.

Op zoek naar een oplossing blader ik door ‘Vrouwen komen van Venus, mannen van Mars’. Ik lees de damesbladen en overleg met mijn beste vriendinnen.
‘Praat jij over ons met je vriendinnen?
Lief hapt naar adem. Me van geen kwaad bewust, word ik toch overvallen door een schuldgevoel. Hij kijkt me aan alsof ik hem heb verraden. ‘Hebben jullie het ook over seks?’ vraagt hij. ‘Niet in detail’ mompel ik terwijl ik naar de grond kijk.

Wat denkt hij nou, vraag ik me af. De LINDA waarin het plezier van anale seks openhartig wordt besproken ligt opengeslagen voor onze neus op de keukentafel. Maar met vriendinnen praat ik niet over seks? Hij heeft er geen idee van dat vrouwen het heerlijk vinden om over relatieproblemen te praten. Vooral als het de problemen van een ander betreft.

Een dag later praat ik stiekem weer met een vriendin over onze problemen. Een bevriende psycholoog, dat telt vast niet mee, denk ik. Terwijl we praten over de verschillen die ons mijlenver uit elkaar drijven, bedenk ik dat Lief en ik allebei ooit een MBTI-test hebben gedaan. Ik pak het boekje erbij. De psycholoog schudt meewarig haar hoofd.
‘Weet je dat jullie in alles tegengestelde types zijn? Jij bent een INFP en hij een ESTJ! Natuurlijk begrijpen jullie elkaar niet; het is een wonder dat jullie zover zijn gekomen.’
Ik kijk naar de kenmerken van een INFP: creatief, kneedbaar, betrokken en invoelend. Dan kijk ik naar de omschrijving van mijn ESTJ-liefje: realistisch, pragmatisch, vol overtuigingskracht en analytisch.

‘Juist als er problemen zijn, ga je je vastbijten in waar jij bekend mee bent. Hij gaat steeds meer argumenten aandragen om je te overtuigen en jij gaat steeds meer op je gevoel af. Jullie willen misschien wel hetzelfde maar spreken een andere taal…’

Een paar dagen later zitten Lief en ik in een restaurant. We bestellen bubbels en proosten op ‘ons’. We hebben iets te vieren: we lossen dit volwassen op. Het ligt niet aan ons. We hebben gewoon een coach nodig. Een coach die ons helpt de INFP-ESTJ-verschillen te overbruggen. Lief kijkt me verliefd aan en streelt mijn hand. Ik denk dat dit een goed moment is om te vertellen dat ik al een coach heb gevonden. Een lieve, begripvolle en meelevende vrouw. Iemand die mij begrijpt.

 

 

 

CURSUS SCHRIJVEN VOOR HET WEB 2016