Ineens is het zover. Mijn zoon van twaalf die ’s avonds altijd zo lang mogelijk beneden op de bank blijft zitten, zegt na het eten: ‘Ik ben naar boven. Lekker chillen.’ Twee minuten later schalt de muziek hard uit de miniboxjes en heb ik een hele avond voor mezelf.

Als hij drie avonden achter elkaar direct naar boven verdwijnt, ga ik toch eens kijken wat hij doet. Hij ligt in een sporthemdje oefeningen te doen op z’n stapelbed. Ondertussen bedient hij moeiteloos de laptop, muziek, iPad en telefoon. De puberhormonen zijn haast tastbaar aanwezig. Met weemoed constateer ik dat hij nu definitief de puberteit in glijdt.

De puberhormonen zijn haast tastbaar aanwezig. Met weemoed constateer ik dat hij nu definitief de puberteit in glijdt.

Niet lang daarna vraagt hij om een nieuw bed. ‘Het liefst een waterbed’, zegt hij er zonder blikken of blozen achteraan. ‘Een gewoon tweepersoonsbed is ook goed.’

Ik kijk zijn kamer rond en het is meteen duidelijk dat daar geen ruimte voor is. Als hij dan ook nog begint over een tweepersoons-lounge-bankje, probeer ik er een leerzaam pedagogisch rekenkundig projectje van te maken. ‘Meet alles maar op en maak dan een plattegrondje. Dan zie je precies wat wel en niet past.’

Nog voordat hij iets heeft opgemeten, ben ik zijn oude stapelbed klaar aan het maken om te fotograferen. De zelfgemaakte ridderkasteelgordijntjes worden opgezocht, gewassen, gestreken en opgehangen. Ik vind het oude ridderdekbed onderin de kast en maak het bed precies zó op, zoals hij er jaren lang in geslapen heeft. Lang voordat de hormonen bezit van hem namen en ik nog de liefste van de hele wereld was.

Als ik de foto’s op Marktplaats wil zetten, zie ik dat ik niet de enige ben die van een stapelbed –dat een rare Zweedse naam draagt– af wil. Prinsessen-, ridder-, ninja-, en piratenbedden. Het ene bed is nog leuker gepimpt dan het andere. Ons stapelbed maakt geen schijn van kans.

‘Heb je zin om van jouw stapelbed twee bedden te maken?’, vraag ik mijn zoon. Voor ik het weet zijn we aan het schroeven, zagen en zuchten. Na een paar uur staan er twee doorgezaagde bedden naast elkaar en is er niet genoeg ruimte om er omheen te lopen. ‘Het past niet,’ concludeert zoon met een verongelijkt gezicht. Zie je nou wel, zeg ik niet.

We voeren één bed af. Eén bed is al beter dan zo’n kinderachtig stapelbed. Ik word de deur uitgewerkt, de muziek gaat weer aan en ik bedenk me hoe vreemd het is dat ik hier alleen zit met een puber boven. Terwijl lief een paar straten verderop in zijn eentje zit omdat zijn dochter haar kamer niet uitkomt. Het woord ‘samenwonen’ komt even in mijn gedachten op maar dan hoor ik een keiharde dreun boven mijn hoofd tegen het plafond. Dat klinkt niet goed en ik ren naar boven.

Daar zit zoon, op de rand van het bed waarvan zojuist twee poten zijn afgebroken. Er verschijnt een grote glimlach op zijn geschrokken gezicht. ‘Nu moet ik wel een nieuw bed mam.’

Twee dagen later loopt lief de trap op met een zwart metalen ledikant. ‘Deze stond nog bij mij op zolder. Daar sliep dochter A. altijd in, totdat ze een tweepersoonsbed wilde.’  Ik kijk hem vragend aan. ‘Op haar dertiende, je hebt nog een jaar.’


Deze column is geschreven in opdracht van Piet Klerkx. Wil jij ook een column die speciaal voor jouw bedrijf wordt geschreven? Er zijn meer (betaalbare) mogelijkheden dan je denkt.

Neem contact op en ik vertel je er alles over.

Download gratis het Piet Klerkx Lounge e-book met 13 herkenbare verhalen. Zo leuk kan een column voor je bedrijf zijn!


OOK EEN BLOG VOOR JOUW BEDRIJF?