*WAARSCHUWING*
Dit is een héle lange mail, maar na het lezen worden jouw teksten nooit meer hetzelfde. Beter. Dat wel.

Nederlands is een rijke taal en kent ongeveer 250.000 woorden. Om je een idee te geven: de ‘gemiddelde’ Nederlander kent maar zo’n 23.000 woorden.

Een laagopgeleide Nederlander kent er niet meer dan 20.000. Dan zijn er natuurlijk ook mensen die hier niet geboren zijn en een veel kleinere woordenschat hebben: tussen de 3.000 en 12.000 woorden.

Tenslotte zijn er nog de slimmeriken onder ons, zij kennen gemiddeld wel 60.000 tot 80.000 woorden.

Zó schrijven dat bijna iedereen het begrijpt


Taalgebruik dat de meeste mensen in Nederland begrijpen, wordt aangeduid met Taalniveau B1. Dat is ook het niveau dat verzekeraars en gemeentes meestal hanteren om begrijpelijk te communiceren.

En wie wel eens traditionele verzekeringsvoorwaarden heeft gelezen, begrijpt wel waarom: lange ingewikkelde juridische zinnen en veel jargon. Op B1-niveau maak je gebruik van concrete woorden en kortere zinnen.

Het is goed om te weten dat óók hoger opgeleiden het prettig vinden om toegankelijke taal te lezen en dat zij tekst sneller in zich opnemen als deze veel gebruikte woorden bevat.

Met veel mensen gebeurt er iets vreemds zodra ze gaan schrijven. De vlotste verhalenverteller gaat ineens officieel taalgebruik bezigen.
Ik zie het vooral bij hbo’ers en andere ‘hoger opgeleiden’ dat ze het verdomd lastig vinden om in spreektaal te schrijven. Nóg lastiger is het om een tekst die in academische taal is geschreven, te vertalen naar spreektaal.

Als ik een cursist heb die zo’n tekst inbrengt, gaan we samen puzzelen. Bij iedere (lange) zin moeten we drie keer teruglezen. Wat staat hier nou eigenlijk? En als je het wél begrijpt, is het haast niet te doen om er alsnog eenvoudige zinnen van te maken.
 
Even aan m’n moeder vragen…
Maar overal zijn foefjes voor. Dus dan vraag ik de cursist om de telefoon te pakken en op speaker te zetten. Dan gaan we bellen met haar moeder, beste vriendin of zoon van 15 jaar. En dan gaat ze uitleggen wat er in het artikel staat, op zo’n manier dat die ander het begrijpt.

Vaak begint het met wat gestuntel en gegiechel maar als snel komt er een woordenvloed los van woorden die niet in de originele tekst staan. Hebbes! Dát zijn de woorden die we moeten hebben.

Woorden zijn het vervoersmiddel van je boodschap. Kies je het verkeerde vervoersmiddel, dan komt de boodschap niet aan.

Zorg dus dat je altijd de woorden kiest die de meeste mensen begrijpen, bijvoorbeeld:

aandachtig goed
aan de hand van- met, door
aangaande over
aangezien omdat
aanstonds dadelijk, gauw, binnenkort
aanvankelijk eerst, eerder, in het begin
achten vinden, van mening zijn
aldaar daar, op die plaats
al dan niet of, wel of niet

Dus: heb je zo’n chagrijnige puber in huis? Dan kan hij/zij zich nu eens nuttig maken. Lees je tekst voor en vraag wat hij/zij begrijpt en wat niet. Vragen is waarschijnlijk niet eens nodig. De lichaamstaal van pubers, spreekt boekdelen. 🙄

Wil je ouderwets taalgebruik voor altijd verbannen? Download dan de complete lijst hier in PDF: Synoniemenlijst ouderwetse woorden.


Vond je dit een handige tip en wil je meer schrijftips ontvangen? Vraag dan hier de gratis Praktische Schrijfwijzer aan.