Misschien is het toch een beetje vroeg om in mijn eentje te gaan lopen, bedenk ik pas als ik al bij de polder ben. De rechte weg richting het buitengebied is slechts verlicht met om de paar honderd meter een lantaarn.
De laan is omzoomd met bomen die een gebogen haag vormen. Het ziet er sprookjesachtig uit. Of spookachtig, het is net hoe je het ziet. Licht aan het eind van de tunnel. Het laatste licht. Ik maak een foto en stuur die naar mijn lief.
Als ik de laatste lantaarn ben gepasseerd blijf ik even stilstaan en draai me om naar de bewoonde wereld, die is gehuld in een deken van mist. Dan zet ik mijn eerste stappen in de duisternis.
De mist zorgt voor complete verduistering. De natuur is nog niet ontwaakt en zelfs het geluid van het verkeer op de A16, ver weg, heeft moeite door de dikke, zware lucht heen te komen. Waar ik ook kijk, ik kan geen lichtbron meer ontwaren.
Ik pak mijn iPhone erbij om het te fotograferen maar natuurlijk zie je niks. Filmen dan? Tegelijkertijd gaat er een stemmetje in me op. Waarom moet alles vastgelegd en gedeeld worden. Geniet van het moment. Maar ik doe het toch. Het resultaat is dat ik mezelf verblind met het licht van de camera. Daarna lijkt het dat ik nog minder zie.
Ik geef me over en loop. Verbaas me over het zwarte gat waarin ik me voortbeweeg. Het is dat ik weet waar ik ben, dat ik weet dat de weg rechtdoor loopt. Alleen daarom kan ik in een stevig tempo blijven lopen. Zonder het landschap dat aan mijn ogen voorbij trekt, ervaar ik hetzelfde gevoel als wanneer je op een loopband loopt. Een zinloos, doelloos voortbewegen. Maar ook extreem rustig, zonder prikkels.
Ik denk aan Anne Faber en dat het misschien toch wel dom is wat ik doe. Omdraaien, teruglopen? Maar het maakt niet meer uit. Welke kant ik ook opkijk, het ziet er hetzelfde uit. Hoe laat gaat de zon eigenlijk op? Ik denk aan de laatste foto die ik aan mijn lief heb gestuurd. Zouden ze mij kunnen traceren als ik nu in het niets verdween? Anne Faber. Ik druk Anne weg. Ik ben niet bang. Deze polder is van mij.
De weg naar de eerste bocht duurt lang als je niks ziet. Toch even op mijn iPhone checken. De zon komt op om 8.27 uur. Dat duurt nog meer dan een uur. Slik. Toch wel lekker dit. Bijzonder ook. Als ik de bocht om ben, zie ik nog steeds hetzelfde: niks.
Hoe langer ik loop, hoe scherper mijn zintuigen worden. Normaal geniet ik met volle teugen van de geur van het natte gras, de kleur van de rode herfstbladeren tegen de felblauwe lucht. Van de weerspiegeling van de zon in het donkere water van de sloot. Van de koeien die onnozel staan te herkauwen of te pissen of allebei tegelijkertijd. Zelfs van het verkeer en de trein die heel in de verte aan de horizon voorbij trekt, kan ik genieten. Ik ben lekker hier, jullie lekker nie-hiet.
Ironisch dat je zintuigen pas écht op volle toeren gaan draaien als er ‘niets’ waar te nemen is. De lucht lijkt tastbaar, het grote niks omvat mijn lichaam als de warmte in een Finse saunacabine. Het is niet de temperatuur die ik voel, het is dat wat er is.
Zonder alle indrukken om me heen wordt het leven ineens heel eenvoudig. Ik loop mijn hoofd leeg en er komt niets nieuws meer bij. Leger dan leeg en het voelt… Het enige wat ik nog doe is nadenken over het juiste woord hiervoor. Dit gevoel dat ik nog niet ken. Kalm, sereen, rust, stil, zacht, leeg.
Zelfs de concentratie, die ik nodig heb om behoedzaam over het wildrooster te stappen, verstilt. Als ik op het Pontjespad loop, is de lucht inmiddels donkerblauw gekleurd. De koeienpoep tekent zich in donkere vlekken tegen het wegdek af. Alle aandacht is gericht op niet uitglijden.
Verbazingwekkend hoe snel de wereld om me heen lijkt te ontwaken nu het daglicht zich een weg door de mist boort. Een onomkeerbaar proces, de kracht van de natuur. De natuur die niet denkt maar doet.
Vogeltjes beginnen te fluiten, blaadjes ritselen en er is weer kleur. Zwart, grijs, donkerblauw en iets minder donkerblauw. Ik pak mijn camera. Waarom moet alles vastgelegd en gedeeld worden. Geniet van het moment. Ik luister niet. Ik wil dit vasthouden, delen, niet meer vergeten. Het is 7.56 uur. Nog een halfuurtje te gaan.
Als ik moet plassen, laat ik midden op het pad mijn broek zakken. Niemand die het ziet.
LOTTY ROTHUIZEN
Online Copywriter en Columnist
Lotty heeft haar vakkennis en creativiteit de afgelopen jaren gebruikt om omzet te maken voor haar opdrachtgevers.
Nu geeft ze deze waardevolle kennis graag door aan schrijvende ondernemers en ondernemende schrijvers. Je leert luisteren, kijken en denken als een copywriter.
Met oog voor nuance en gevoel voor humor. Theorie gaat leven in opdrachten die direct toe te passen zijn in de praktijk.
Kukeleku!!! weer een mooi stukje nondedju!
Dankjewel Vic. Je gaat weer meer van me horen 🙂
Ik krijg bijna zin om ook te gaan wandelen in het donker…. en plassen midden in de vrije natuur…..
Wat een heerlijk gevoel.. Ik vind wandelen in het mistige duister heel bijzonder. Je neemt de lezer echt mee. Dank je….
Wat fijn geschreven, ik wil meeeeeeeer…..
Mooi hoor…