Ik heb er superveel zin in, app ik.
Dat gevoel moet nog komen bij mij, krijg ik terug. Of het komt door van de week, vraag ik als ik hem even later zie. Hij draait zijn ogen naar boven alsof het antwoord daar te vinden is.
‘Mwah, nee dat heb ik wel achter me gelaten – geloof ik.’
Niet helemaal de reactie waar ik op hoopte maar een paar uur later parkeren we de auto toch maar mooi recht voor de deur van het hotel. We zijn te vroeg, zegt de man achter de balie en daarom krijgen we een andere kamer. Een upgrade naar een suite nog wel. Het leven lacht ons weer toe.
‘Een suite,’ roept mijn lief. Hij spreekt het uit als het Engelse sweet.
‘Ja tof, een suite,’ zeg ik en leg de nadruk op de u van swiethu. Hij reageert niet. Onze suite heeft een walk-in closet met een spiegel tot aan het plafond, een badkamer met ligbad én douche, een grote slaapkamer en een kamer en suite. Een bureau, flat screen, zithoek en dressoir moeten voor het huiselijke gevoel zorgen.
Van alles wat deze suite te bieden heeft, gaan we alleen het bed, de douche en de minibar gebruiken. Onze spullen passen op één plankje, de fles Cava is voor straks. Nu willen we zo snel mogelijk de stad in.
Velo Antwerpen: verplaats je snel doorheen Antwerpen.
Als ik voorop fiets, tussen de stadsbussen en de geparkeerde auto’s door, voel ik me weer even de student die voor het eerst door Breda fietst op zoek naar het adres van mijn eerste kamer. Het opwindende gevoel als je iets onbekends tegemoet gaat, een beetje overmoedig en onbevreesd.
Bij het stoplicht moet ik wachten op mijn lief.
‘Wat fiets jij hard zeg. Grappig, je benen gaan zo snel en dan die dikke kont die op en neer gaat.’ Het licht springt op groen en ik laat hem voorgaan. Ik kan een compliment van een opmerking onderscheiden.
We slalommen achter elkaar aan door de winkelstraat tussen het slenterend publiek. Ik hou van Antwerpen.
Om drie uur zitten we eindelijk aan tafel voor de lunch. De eerste slokken wijn spoelen het laatste restje ergernis tussen ons weg. We proosten, kletsen en kijken om ons heen. We halen herinneringen op, beslissen wat we verder nog gaan doen vandaag. De salade en ravioli smaken goed, het brood is vers, de wijn gaat hard. En toch… gaat er iets mis.
Ons gesprek raakt in een verkeerd spoor en er is geen weg meer terug. Dus jij, ik vind, als je, dan is… We luisteren niet meer om elkaar te begrijpen maar praten uitsluitend om onszelf te verdedigen. Een onzichtbare muur heeft zich tussen ons in opgetrokken aan tafel. Zijn ogen spuwen vuur, de mijne worden vochtig. Ik dacht dat we deze tijd wel hadden gehad.
Ik zeg dat we er maar over op moeten houden maar er is geen ontkomen aan. We vinden elkaar niet meer leuk.
Ik laat hem dan ook weer voorop fietsen. Onze velo’s hebben harde bandjes en we stuiterend over de kasseien. Het is lastig fietsen voor hem met in zijn ene hand Google Maps op de iPhone en zijn andere hand aan het stuur. Best link met die handremmen, denk ik nog en ik houd mijn stuur nog wat steviger vast. Ik ben blij dat ik buiten ben, weg van lastige gesprekken. Uit contact.
Dan raakt mijn voorwiel in een verkeerd spoor en is er geen weg meer terug. Ik vlieg uit de bocht over mijn fiets heen en word voorover op de straat gelanceerd. Ik maak een harde landing op handen en knieën. De glanzende keien voelen koud en hard.
‘Gaat het mevrouw?’ Onbekende handen helpen me overeind.
’t Is d’ n rails zeker?’ vraagt een dame en ze wijst hoofdschuddend naar de tramrails.
Mijn handen! Ik kan nog typen, denk ik opgelucht als ik mijn vingers op en neer beweeg. Snel inspecteer ik alles wat pijn doet en zie een gat in mijn lievelingslegging.
‘Eén troost,’ zegt een meneer, ‘zulke broeken met gaten zijn wel in de mode.’
Ik lach een laf lachje en zeg dat het wel met me gaat. De vlammende pijn en alle aandacht maken me week.
Als ik opkijk, zie ik mijn lief die zo snel als hij kan terug komt fietsen. Zijn bezorgde blik en de grote armen die ik snel daarna om me heen voel, maken me aan het huilen. Ik voel me kinderachtig en zeg met een klein stemmetje dat ik huil van de schrik. ‘Ja natuurlijk,’ zegt hij lief en knijpt me bijna fijn.
Ik vind hem weer leuk.
Photo by Markus Spiske on Unsplash
LOTTY ROTHUIZEN
Online Copywriter en Columnist
Lotty heeft haar vakkennis en creativiteit de afgelopen jaren gebruikt om omzet te maken voor haar opdrachtgevers.
Nu geeft ze deze waardevolle kennis graag door aan schrijvende ondernemers en ondernemende schrijvers. Je leert luisteren, kijken en denken als een copywriter.
Met oog voor nuance en gevoel voor humor. Theorie gaat leven in opdrachten die direct toe te passen zijn in de praktijk.
persoonlijke schrijfcoaching
iets voor jou?
Zo herkenbaar. Wat schrijf je toch fijn. X
Thx San! ‘t Was alweer te lang geleden…
Mooi verhaal
Tramsporen. Had dat ik ook een keer. In mijn geval met m’n lief achterop. Gelukkig had ze er een paar op.
Haha, ja dat flesje bij de lunch was toch niet voldoende voor mij…. of juist de oorzaak?